De eerste formele afspraken over de afschaffing van de slavernij dateren nog uit de

 tijd van de volkenbond (1919-1946), en hadden toen het doel om in het algemeen de internationale mensenhandel te bestrijden. In 1926 kwam het ‘Verdrag tegen de slavernij’ tot stand. Dat houdt in dat allerlei activiteiten die te maken hebben met het verkrijgen, verhandelen, ter beschikking stellen, verkopen, vervoeren van personen met het oog om ze als slaaf te gebruiken verboden is. In 1949 werkte men aan een modernere versie en die modernere versie kwam tot stand in 1956 ‘Verdrag over de afschaffing van de slavernij, de slavenhandel, en instellingen gebruiken die lijken op slavernij’ Dit verdrag is gericht op de afschaffing niet alleen van de slavernij in de klassieke betekenis van het woord, maar ook van schuldslavernij, en van andere praktijken, zoals gedwongen huwelijken waarbij een prijs wordt betaald voor de vrouw en waar haar man of haar familie het recht heeft haar door te verkopen, of waar de vrouw na de dood van haar echtgenoot wordt geërfd door een andere man. In 1974 werd een werkgroep slavernij opgericht. Die werkgroep bestaat uit een vijftal mensen die jaarlijks bijeen komen voor verbeteringen.